Het uniform van Hein Oomen

De vaste expositie van het Grebbelinie Bezoekerscentrum is verfraaid met het uniform van 1e Luitenant (Hein) Oomen. Hij diende in het 22e Regiment Infanterie, dat vocht in de Grebbelinie bij Renswoude. Het uniform werd geschonken door de familie Oomen en is in 2024 in een vitrine geplaatst. Het geheel bestaat uit een officiersjasje, broek en veldmuts in veldgrijs, dat in 1939-1940 met 50.000 militairen het straatbeeld kleurde in de dorpjes en steden langs de linie.

1e Luitenant Oomen -met twee sterren op de kraag- was in 1940 commandant van een sectie militairen, ruim 30 man. De sectie maakte deel uit van de compagnie (2-I-22 R.I.) die met 180 man lag tussen de Slaperdijk en de Lunterse Beek. Zijn meerdere was reserve-kapitein Van Diffelen, die gedurende de meidagen '40 leiding gaf aan de compagnie vanuit zijn commandopost op de Schalm. Het inkwartieringadres van Hein Oomen (17 december 1917) was aan de Barneveldsestraat 16 in Renswoude. Hij hoopte op 9 mei 1940 te trouwen en zijn mannen hadden een mooi cadeau voor hem gekocht, een klok! Het cadeau werd echter niet uitgepakt en de bruiloft ging niet door, vanwege berichten over een naderende oorlog. Zijn bruid trouwde 'met de handschoen'.

Links het uniform van 1e Luitenant (Hein) Oomen, die diende in de Grebbelinie bij Renswoude. Op de zandzak is nog net zijn stormdolk zichtbaar.

Meidagen 1940
De militairen werden in de nacht van 9 op 10 mei gewekt om 2.30 uur. Alle bevelen en regelingen waren in april 1940 al geoefend met de troepen, dus verliepen soepel. Na brood en koffie werden de persoonlijke eigendommen van de militairen gelabeld en opgeslagen. Keukenwagens en administratie werden naar de voorposten verplaatst, strozakken en ransels opgeladen en de militairen maakten zich gereed voor vertrek. Toen de 2e compagnie om 4.00 uur naar de gevechtsposities marcheerde kwamen er formaties (Duitse) vliegtuigen over. Over het uitbreken van de oorlog bestonden geen twijfels meer.

In de loop van de 10e mei kwamen grote groepen evacués uit Renswoude langs de voorposten. De zelfde dag passeerden teruggetrokken militairen uit de IJssellinie. Terwijl er aan het einde van 11 mei al werd gevochten ten oosten van het Fort aan de Buursteeg, bleef het bij de 2e compagnie nog rustig. Een dag later (12 mei) zagen uitkijkposten dat het Duitse leger het onverdedigde dorp Renswoude was binnengetrokken en de huizen werden doorzocht. De Nederlandse artillerie reageerde met beschietingen waarbij diverse huizen werden getroffen.

Kaart van reserve-kapitein Van Diffelen (2-I-22 R.I.) In het noorden zijn Duitse troepenbewegingen ingetekend vanuit Renswoude. Middenonder zijn de contouren van het Fort aan de Buursteeg zichtbaar. (Kaart wordt bewaard door het NIMH, archieven.nl)

Dat de Nederlandse voorposten in het schootsveld lagen van de frontlijn zorgde voor groot gevaar. Vanwege het gebrek aan verrekijkers kon de bezetting van het Fort aan de Buursteeg niet goed waarnemen welke troepen langs hun posities bewogen. Urenlang beschoten ze vanuit het fort eigen troepen die ze voor Duitse aanzagen. Een patrouille wist het fort uiteindelijk te bereiken en maakte een einde aan de beschietingen. Vanuit het steunpunt bij de Slaperdijk nam een stuk '6-veld'-geschut 'De Hof' onder vuur  omdat er Duitsers waren gezien. Op veel plaatsen werden gevechten gemeld met kleine groepen Duitse militairen. 13 mei kwam het gebied anderhalf uur onder zwaar artillerievuur dat voornamelijk vóór en achter de stellingen valt. Kort dacht men aan een gasaanval en gebruikten ze de gasmaskers tot ze ontdekten dat het om kruitdampen ging. Bij de Slaperdijk werd zwaar gevochten en de telefoonverbinding viel uit. Ondanks alles hielden de voorposten stand tot de commandopost een bericht ontving over 'terugtrekken'.  Met seinlampen probeerde men de posities te melden dat men in de avond bij duisternis terug moest naar het Oostfront van de Vesting Holland, de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze terugtocht naar Utrecht slaagde, maar de militairen bij het steunpunt Slaperdijk ontvingen het bericht niet en vochten door tot en met 14 mei. Van Diffelen noemde in zijn verslag 2-3 dodelijke slachtoffers in de voorposten en 5-6 gewonden.

Terugkeer

Ondanks dat het aantal slachtoffers in relatieve zin beperkt bleef in deze sector, maakten de gebeurtenissen grote indruk op de militairen. Velen deden er bij thuiskomst het zwijgen toe. Ook Hein Oomen vertelde er nauwelijks iets over. Wel had hij nog iets om naar uit te zien: hij trouwde alsnog voor de kerk op 25 september 1940. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog trok hij opnieuw een militair uniform aan, toen in dienst van de R.A.F. (foto) Als beloning ontving hij het Oorlogsherinneringskruis met de beeltenis van koningin Wilhelmina en (later) het Officierskruis voor langdurige dienst als officier.

Bronnen: Gevechtsverslag res. Kapitein Van Diffelen, NIMH, via archieven.nl en documenten familie Oomen.


Wisselexpositie over Veenendaal 1939-'40 gereed

Militair historicus R.P.F. Bijkerk bij de objecten van Dirk Sluis. Deze reservekapitein was gemobiliseerd in Veenendaal. Sluis sneuvelde aan de Cuneraweg en werd postuum onderscheiden met de Bronzen Leeuw. 

Militair historicus R.P.F. Bijkerk heeft de nieuwe wisselexpositie over Veenendaal tijdens de mobilisatietijd geopend. Bijkerk is tevens bestuurslid van het Grebbelinie bezoekerscentrum en in die rol betrokken bij het historische verhaal dat verteld wordt. Bijkerk -zelf inwoner van Veenendaal- benadrukt hoe bijzonder het is om de eigen woonplaats als decor te ervaren in een belangrijke periode van de Nederlandse geschiedenis. Veenendaal veranderde immers in een vesting gedurende de mobilisatieperiode 1939-1940 en dat is in de tentoonstelling goed te zien. Op ruim twintig fotoplaten en in een bijzondere film wordt het beeld geschetst van het veendorp dat zich opmaakte voor een oorlog.

Op de foto's zijn diverse prominenten te zien, zoals de nationaal kampioen halfzwaargewicht Jo de Groot. Hij was als infanterist ingekwartierd op de Davidsstraat. Kees Stip, de bekende Veense puntdichter was tevens gelegerd in Veenendaal bij de verbindingsdienst. In Veenendaal is een plein naar hem genoemd. Een delegatie van de Tweede Kamer zien we met de commandant veldleger bij een kazemat aan het Benedeneind.

Een ander aspect dat de historicus aanstipt is de actualiteit. Het thema rond mobilisatie en oorlog lijkt van lang geleden, maar Europa wordt opnieuw geconfronteerd met een grote oorlog. "In veel opzichten lijkt het op de strijd in de Tweede Wereldoorlog met verlies van veel mensenlevens en grote verwoestingen". Dit wordt ook duidelijk in de filmzaal van het centrum waar in zeven panelen wordt getoond wat de vijf dagen oorlog voor de steden en dorpen langs de Grebbelinie betekenden. Het verdedigen van de vrijheid van een zelfstandig en soeverein land met alle offers die dat kost, is een onderwerp dat helaas niet exclusief tot het verleden behoort.

De wisseltentoonstelling is vanaf april geopend en hoort bij de complete expositie over de Grebbelinie, die jaarlijks wordt aangevuld met giften van bezoekers. Meest recent is de wederopbouwsteen met een leeuw die oprijst uit de vlammen. Een herinnering aan het verleden van Veenendaal met een verwijzing naar de gehoopte vrede en wederopbouw in het Europa van 2023.


Onder Vuur

Onder Vuur!

Zeven nieuwe panelen in de filmzaal vertellen samen het verhaal van vijf dagen oorlog in de Gelderse Vallei en de gevolgen voor de burgerbevolking. De gemeenten Rhenen, Veenendaal, Renswoude, Woudenberg, Scherpenzeel, Leusden en Amersfoort boden een troosteloze aanblik voor de duizenden teruggekeerde evacués in mei 1940. Bezet Nederland begon aan de wederopbouw.

De panelen tonen tevens hoe de sporen van deze oorlog nog altijd zichtbaar zijn in de gemeenten langs de Grebbelinie.

Middels voorwerpen, film en foto’s sluit het Grebbelinie Bezoekerscentrum aan bij het landelijke thema ‘Wat een ramp!’ van de Maand van de Geschiedenis in oktober.

Ook elders in de expositie wordt door middel van een landschapstafel, veldtelefoons en een animatie van de evacuatie in beeld gebracht hoe de meidagen van 1940 langs de linie verliepen voor militairen en burgers.

Wie dit combineert met een wandeling over het fort ziet onderweg kazematten, bunkers en een wederopbouwboerderij uit deze periode. Vraag naar een wandelkaart bij de balie!


Wisselexpositie Militairen in Rhenen

Jaarlijks besteedt het Grebbelinie bezoekerscentrum extra aandacht aan één specifieke gemeente langs de linie. Na Renswoude is dat in 2022 Rhenen. De wisselexpositie is om meer dan één reden bijzonder.

Het bezoekerscentrum bestaat sinds 2017 en wordt bijna wekelijks bezocht door familie van de militairen die hebben gestreden in de meidagen van 1940. Dat levert niet alleen tal van indrukwekkende verhalen op, maar ook veel tastbare of bijna tastbare foto’s, documenten en voorwerpen, die een plek krijgen in de expositie. Met bijna tastbaar wordt gedoeld op de digitale kopieën uit fotoalbums, die door medewerkers van het centrum worden bewaard en bestudeerd.

Een selectie uit deze albums is gebruikt om vergrotingen te maken en een beeld te bieden van de jongens die in 1940 het land moesten verdedigen. Onbevangen, vrolijk en lachend naar de fotograaf, niet wetend van het naderend onheil dat volgde op de mobilisatieperiode. De 16 foto’s zijn destijds soms voorzien van een kruisje wanneer de zoon of broer gemarkeerd moest worden op een groepsfoto en steeds vergezeld van een kort bijschrift in de wisselexpositie. In alle gevallen zijn het militairen die in Rhenen waren ingekwartierd of hebben gevochten in de gemeente Rhenen.
In twee vitrines zijn tevens bodemvondsten geplaatst die een relatie hebben met Rhenen en/of de strijd op de Grebbeberg. De wisselexpositie is tot minimaal september 2022 te zien in het Grebbelinie Bezoekerscentrum.
Voor de culturele partners en alle gemeenten die het centrum steunen zijn de fotoseries na afloop (tijdelijk) beschikbaar voor toekomstige tentoonstellingen in musea, bibliotheken, cultuurhuizen en openbare gebouwen. In 2021 maakten we een soortgelijke fototentoonstelling over Renswoude in de Grebbelinie.

De wisselexpositie heeft inmiddels plaatsgemaakt voor de gemeente Veenendaal. Het bezoekerscentrum wil de belangrijkste objecten echter een nieuwe plaats geven in de vaste tentoonstelling op de eerste verdieping.


Diorama Renault FT

Dit kleine diorama toont de enige Nederlandse tank in 1940. Het Franse voertuig was in 1927 gekocht om proeven te doen met hindernissen en vooral om de inundaties te testen. In de Grebbelinie bij Asschat maakte de Nederlandse pers foto’s toen de eerste inundaties waren gesteld.

Men liet het tankje een vooraf vastgesteld parcours rijden dat uiteindelijk eindigde in de modder. De verhalen en foto’s van deze dag moesten het Nederlandse volk gerust stellen, dat men veilig was achter de waterlinies. Op de maquette is tevens een betonnen kazemat te zien (S3a) in camouflagekleuren.

In bruikleen gegeven door dhr. R. Meeuwisz. Kleine foto: De tank bij Asschat, collectie NIOD.


Sabel kapitein Sluis

Ceremoniële sabel van kapitein Sluis die sneuvelde ten zuiden van Veenendaal. Diverse foto’s en documenten herinneren aan deze dappere officier van 3-I-10 R.I. Eén van de documenten betreft een brief van zijn voormalige collega-officieren aan mevrouw Sluis om hun medeleven en respect te betuigen.
Op 13 mei betrok hij stellingen in de buurt van Landgoed Prattenburg. Gesteund door enkele zware mitrailleurs moest de weg naar het westen worden afgegrendeld voor de oprukkende Duitse troepen. Een dag later werd zijn eenheid overvallen door oprukkende SS. Ongeveer 10 Nederlandse militairen sneuvelden, waaronder de 38-jarige kapitein.

Documenten en sabel uit de nalatenschap van de weduwe van reserve kapitein Dirk Sluis.


Veldtelefoons

Veldtelefoons

Op zes plaatsen in de expositie hangen veldtelefoons. Hier zijn verhalen te horen uit de verschillende perioden van de Grebbelinie. Zo inspecteert Prins Bernard de stellingen bij Woudenberg in de mobilisatie van 1939, liggen de loopgraven rond het Fort aan de Buursteeg een jaar later onder vuur en vertelt een boswachter over het natuurgebied dat na 1951 is ontstaan. De verhaaltjes duren ongeveer een minuut en zijn ook geschikt voor kinderen.

Omdat de Grebbelinie maar liefst 200 jaar een rol speelde in de landsverdediging worden in de gehele expositie kleuren en figuren gebruikt om duidelijk te maken over welke periode de vitrine, animatie of geluidsfragment handelt. Acht houten soldaten én een ijsvogel ondersteunen dit: op alle telefoons is een dergelijke figuur zichtbaar.

De tekeningen van de houten soldaten zijn gemaakt door Hennie Vaessen uit Oosterbeek, een bekende auteur en tekenaar van beeldromans (graphic novels).


Landschapstafel

Landschapstafel

In een aparte zaal staat de landschapstafel in de vorm van de Gelderse Vallei. In negen animaties wordt uitgelegd hoe de linie zich vanaf de Tachtigjarige Oorlog heeft ontwikkeld tot en met de Tweede Wereldoorlog en de periode tot vandaag. De tafel reageert op de aanraking van de bezoeker en speelt vervolgens het gekozen fragment af op de tafel. Zo zien we de eerste schansen in 1629, de Franse troepen in de winter van 1794-1795 en de Duitse periode als Pantherstellung.

De korte verhaaltjes worden ondersteund met geluidsfragmenten en een voice-over, waardoor de geschiedenis van het strategische landschap gaat leven. Voor het bestrijken van de grote tafel worden drie beamers gebruikt met weergaves die op elkaar aansluiten. Bij het maken van de scenario’s werd o.a. gebruik gemaakt van de vele historische kaarten die in het Nationaal Archief in Den Haag werden bestudeerd.